Het is zover. Na ongeveer tien jaar beraad is het initiatiefvoorstel van de Tweede Kamer ‘Wet open overheid’ (hierna: “de Woo”) op dinsdag 5 oktober 2021 door de Eerste Kamer aanvaard. De Woo zal (naar verwachting) uiterlijk 1 juni 2022 in werking treden. Daarmee komt de huidige Wet openbaarheid van bestuur (hierna: “de Wob”) te vervallen. De Woo brengt ten opzichte van de Wob een aantal belangrijke aanscherpingen met zich mee. De komende weken zullen wij in een reeks nieuwsartikelen de meest in het oog springende aanscherpingen uitlichten. In dit artikel worden het doel en de reikwijdte van de Woo besproken.
Hoewel Nederland het Verdrag van Tromsø (nog) niet heeft ondertekend hebben de initiatiefnemers het Verdrag als toetssteen gebruikt bij het opstellen van de Woo. In het Verdrag van Tromsø zijn internationale afspraken vastgelegd die de toegang tot overheidsinformatie regelen. De kernoverweging van dit Verdrag luidt “that all official documents are in principle public and can be withheld subject only to the protection of other rights and legitimate interests”.
Voor overheidsorganisaties betekent de Woo dat zij zich transparanter moeten opstellen om zo het belang van openbaarheid van publieke informatie beter te kunnen dienen. Dit betekent dat overheidsorganisaties in beginsel publieke informatie actiever openbaar moeten maken en maatregelen moeten treffen om (digitale) documenten die zij ontvangen, vervaardigen of anderszins onder zich hebben ‘duurzaam toegankelijk’ te maken. Om dit doel te kunnen realiseren is een goede informatiehuishouding van overheidsorganisaties van wezenlijk belang. De (gedeeltelijke) herhaling van de zorgplicht uit artikel 3 Archiefwet in artikel 2.4 Woo benadrukt dit belang. Overheidsorganisaties moeten dientengevolge publieke informatie in goede, geordende en toegankelijke staat bewaren.
Vrijwel alle bestuursorganen vallen onder de reikwijdte van de Wob. Alleen enkele bij algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorganen zijn van de Wob uitgezonderd voor een deel van hun activiteiten. Dit zijn de Nederlandse Omroep Stichting, de Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten. Daarnaast valt een aantal belangrijke overheidsinstanties buiten de reikwijdte van de Wob, omdat de Algemene wet bestuursrecht (hierna: “de Awb”) deze instanties niet aanmerkt als bestuursorgaan. Hierbij kan gedacht worden aan de Raad van State en de Staten-Generaal. Ten opzichte van de Wob wordt de reikwijdte van de Woo uitgebreid. De meeste overheidsorganen die in de Awb zijn uitgezonderd van het bestuursorgaanbegrip worden wel onder de reikwijdte van de Woo gebracht. In artikel 2.2 Woo is de algemene toepasselijkheid van de Woo vastgelegd. Ingevolge deze wetsbepaling is de Woo niet alleen van toepassing op bestuursorganen, maar ook op – onder meer – de Staten-Generaal, de Raad voor de rechtspraak, de Raad van State (uitgezonderd de Afdeling bestuursrechtspraak) en de Algemene Rekenkamer. Deze uitbreiding is in lijn met internationale ontwikkelingen, in het bijzonder, het hiervoor genoemde Verdrag van Tromsø.
Dit artikel is geschreven door Ghazal Sarandib. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u met haar contact opnemen of met een van de andere specialisten van het team Overheid en Non-Profit, via info@paulussen.nl of 043 – 321 66 40.
Nieuws Overzicht