Europees beslagbevel: eenvoudiger grensoverschrijdend bankbeslag binnen de EU

14.08.2017

Op 18 januari 2017 is de EU Verordening 655/2015 betreffende het Europees bevel tot conservatoir beslag op bankrekeningen (hierna: de ‘Verordening’) in werking getreden. Deze beoogt grensoverschrijdend (conservatoir) beslag in burgerlijke- en handelszaken binnen de EU te vergemakkelijken.

Conservatoir beslag

Een ‘conservatoir’ (of ‘behoudend’) bankbeslag kan worden verzocht door de schuldeiser aan de rechter, voorafgaand aan het starten van de bodemprocedure. Daarmee wordt verhinderd dat banktegoeden door de schuldenaar tijdens of na het voeren van de bodemprocedure aan het verhaal van de schuldeiser worden onttrokken, waardoor het vonnis mogelijk niet meer ten uitvoer kan worden gelegd.

Grensoverschrijdend (conservatoir) beslag voor 18 januari 2017

Voor 18 januari 2017 kon toestemming (oftewel ‘verlof’) tot het leggen van conservatoir beslag in grensoverschrijdende zaken in principe enkel worden verzocht aan de rechter in het land waar de bankrekening zich bevond. Dit vormde in de praktijk vaak een belemmering: de schuldeiser diende zich in voorkomend geval te wenden tot de rechtbank in een andere EU lidstaat en werd daarbij geconfronteerd met een (doorgaans afwijkende) beslagprocedure naar het recht van de betreffende lidstaat.

Europees beslagbevel

De Verordening voorziet in een nieuw juridisch instrument, het Europees beslagbevel (oftewel: “European Account Preservation Order”), voor het leggen van (conservatoir) beslag op bankrekeningen in grensoverschrijdende burgerlijke- en handelszaken in alle EU-lidstaten (met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk en Denemarken).

Een Europees beslagbevel kan worden verzocht bij de rechter die bevoegd is om te oordelen over de bodemzaak zelf. Zo kan bijvoorbeeld een crediteur in Nederland bij de Nederlandse voorzieningenrechter (voor zover deze in de bodemzaak bevoegd is) een Europees beslagbevel verkrijgen, op basis waarvan rechtstreeks beslag kan worden gelegd op bijvoorbeeld een Duitse of Franse bankrekening. Het betreft een alternatief Europees instrument dat door de schuldeiser kan worden aangewend, naast de mogelijkheden waarin het recht van het land waar het beslag moet worden gelegd reeds voorziet.

Het bevel kan worden verzocht zowel voorafgaand aan de bodemzaak, alsook nadat een rechterlijke beslissing (of ‘titel’) is verkregen. Het verzoek wordt ingediend met behulp van een standaard formulier. De schuldenaar wordt niet op de hoogte gebracht of ‘gehoord’ voorafgaand aan de toewijzing van het bevel. Wel dient de schuldeiser die nog niet over een titel beschikt, voldoende zekerheid te stellen teneinde misbruik te voorkomen en om schade te kunnen vergoeden die eventueel is ontstaan ten gevolge van een onterecht gelegd conservatoir beslag.

Daarnaast biedt de Verordening een nieuwe mogelijkheid voor de schuldeiser die reeds over een uitvoerbare titel beschikt, om een verzoek te doen tot het verkrijgen van de bankrekeninginformatie van de schuldenaar. Een dergelijk verzoek zal dan door de voorzieningenrechter worden doorgeleid naar de ‘informatie-instantie’ van de lidstaat van tenuitvoerlegging, welke instantie gegevens zal inwinnen omtrent welke bankrekening(en) door de schuldenaar worden aangehouden. Op basis van de huidige Nederlandse wet is een dergelijk informatieverzoek niet mogelijk.

Voorwaarden voor het uitvaardigen van een Europees beslagbevel

De rechter zal het Europees beslagbevel uitvaardigen indien de schuldeiser voldoende bewijsmateriaal heeft verstrekt om het gerecht ervan te overtuigen dat er dringend behoefte bestaat aan een conservatoir beslag. Het gerecht let daarbij op het reële risico dat, zonder een dergelijke maatregel, de latere inning van de vordering van de schuldeiser jegens de schuldenaar onmogelijk wordt gemaakt of wordt bemoeilijkt. Indien de schuldeiser nog niet over een gerechtelijke titel beschikt, dient hij bovendien voldoende bewijsmateriaal te verstrekken om de rechtbank ervan te overtuigen dat zijn vordering tegen de schuldenaar waarschijnlijk gegrond wordt verklaard.

Het voorgaande impliceert dus dat de voorwaarden voor het verkrijgen van een Europees beslagbevel in principe strenger zijn dan de voorwaarden voor verkrijgen van verlof tot het leggen van conservatoir derdenbeslag onder de bank van de schuldenaar op basis van de Nederlandse wet. Er zal in de praktijk dus per geval bekeken dienen te worden welk beslaginstrument (het Europees beslagbevel en/of de beslagregeling van de betreffende lidstaat) het meest opportuun is.

Te verwachten valt dat het nieuwe Europees beslagbevel het incasseren van grensoverschrijdende vorderingen binnen de EU aanzienlijk zal kunnen vergemakkelijken.

Vragen?

In geval van vragen over het Europees beslagbevel of beslaglegging in het algemeen, kunt u contact opnemen met Bert Fastré (e-mail: b.fastre@paulussen.nl, tel: +31(0) 43 321 6640).

Nieuws Overzicht