Tumble ’n Dry is op 28 april 2020 failliet verklaard. De debiteuren waren stil verpand aan de financiers (TNDH Holding c.s., hierna: “TNDH”). Kort voor het faillissement heeft TNDH aan alle debiteuren medegedeeld dat zij de pandhouder is met het verzoek om uitsluitend te betalen aan TNDH.
Enkele debiteuren hebben abusievelijk toch betaald aan Tumble ’n Dry in plaats van aan TNDH. Mogelijk hebben deze debiteuren het verzoek van TNDH niet gezien, genegeerd, of als te vrijblijvend geïnterpreteerd. In totaal gaat het om afgerond € 105.000.
TNDH heeft Tumble ’n Dry verzocht om deze EUR 105.000 alsnog aan haar over te maken. Tumble ’n Dry voorzag terecht juridische perikelen en heeft in plaats daarvan € 105.000 in depot geplaatst bij een notaris. In de notariële akte heeft Tumble ’n Dry laten vastleggen dat TNDH, (de curator van) Tumble ’n Dry alsmede de debiteuren ieder een voorwaardelijke vordering op de notaris hebben gekregen. Voorwaardelijk, omdat eerst duidelijk moet worden wie er aanspraak op heeft.
Wie is gerechtigd is tot het bedrag ad € 105.000: TNDH, of de curator van Tumble ‘n Dry, of de debiteuren?
De rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat het bedrag toekomt aan de curator van Tumble ‘n Dry.
Vist TNDH nu achter het net? Neen, de debiteuren moeten ermee rekening houden dat zij hetzelfde bedrag nog een keer moeten betalen: aan TNDH. Zij hebben niet bevrijdend betaald aan Tumble ’n Dry.
Deze uitkomst is niet redelijk en billijk maar wel conform wet en jurisprudentie. De rechter neemt bij de beoordeling van dit type geschillen namelijk de Faillissementswet en het goederenrecht als uitgangspunt, niet de redelijkheid en billijkheid. Dit is inherent aan een faillissement.
Juist met het oog op de belangen van de debiteuren had Tumble ’n Dry € 105.000 in depot gestort bij de notaris. Echter, de curator heeft de depotovereenkomst vernietigd met een beroep de Actio Pauliana ex artikel 42 Fw. Terecht, aldus de rechtbank Noord-Holland.
In appel zal mogelijk de inhoud van de mededeling voorwerp van onderzoek worden. Voorts bestaat de mogelijkheid dat debiteuren in appel betwisten dat zij de mededeling van TNDH hebben ontvangen. De mededeling is namelijk vormvrij en de bewijslast van tijdige ontvangst ervan door de debiteur rust op TNDH.
Indien TNDH de mededeling tijdig kenbaar heeft gemaakt bij deurwaardersexploit of aangetekend schrijven, acht ik op grond na het bewijsrecht en het bepaalde in artikel 3:246 lid 1 BW de kans klein dat het hof op een ander oordeel zal uitkomen dan de rechtbank.
Na de (tweede) betaling aan TNDH rest de debiteuren slechts de mogelijkheid om bij de curator een vordering in te dienen. Dat is de vordering ter zake het eerste bedrag, dat zij abusievelijk en dus onverschuldigd aan Tumble ’n Dry hadden betaald. De curator zal deze vordering slechts kunnen aanmerken als een concurrente vordering wegens de wettelijke rangorde der crediteuren en vaste jurisprudentie. De kans dat de debiteuren een uitkering op hun vordering tegemoet kunnen zien is daardoor zeer klein.
Welke les kan hieruit worden getrokken? Let op als u een email, brief of deurwaardersexploit ontvangt waarin een financier mededeelt dat hij een pandrecht heeft op de vorderingen van uw crediteur. Bij die mededeling wordt doorgaans het verzoek gedaan om uitsluitend aan die financier te betalen en niet meer aan de crediteur. Vaak wordt daarbij ook erop gewezen dat u uitsluitend bevrijdend kunt betalen aan de financier. Negeer een dergelijke mededeling niet, maar onderzoek eerst de juistheid ervan. Hoe kunt u dit doen? U zou uw crediteur contacteren en hem een schriftelijke bevestiging kunnen vragen aan wie u moet betalen. Echter, het risico bestaat dat een crediteur uw vraag al dan niet bewust onjuist beantwoordt. Daarom heeft het de voorkeur om onderliggende stukken op te vragen bij de financier. Zolang er geen duidelijkheid is aan wie u moet betalen kunt u jegens zowel de crediteur als de financier beroep doen op het opschortingsrecht ex artikel 6:37 BW.
Nieuws Overzicht