Het zal vast niemand zijn ontgaan: ‘the conservatorship’ van de 39-jarige Britney Spears blijft de gemoederen in Amerika bezighouden. De sinds 2008 onder toezicht staande Spears heeft tijdens een hoorzitting op 23 juni aangegeven te willen worden bevrijd van haar vader die voor haar de rol als ‘conservator’ bekleedt. De gedachte kan opkomen dat zij een verzoek tot opheffing van het toezicht heeft gedaan, maar dat lijkt niet het geval. Het lijkt tot op heden enkel te gaan om een verzoek tot ontslag van haar vader met benoeming van een andere partij als ‘conservator’.
Gisteren werd duidelijk dat de Amerikaanse rechter het verzoek tot ontslag van haar vader heeft afgewezen. Hij blijft aan als ‘conservator’ naast de overigens al eerder benoemde ‘co-conservator’. Dit roept de vraag op hoe een en ander hier in Nederland is geregeld.
In Nederland bestaan beschermingsmaatregelen voor meerderjarigen die min of meer vergelijkbaar zijn met het Amerikaanse ‘conservatorship’. De rechter kan aan iemand die onvoldoende in staat is om zijn eigen belangen te behartigen beschermingsmaatregelen opleggen, te weten: curatele, bewindvoering en/of mentorschap. Via een opheffingsverzoek kan beëindiging van de beschermingsmaatregel worden gevraagd. Zowel de aanvraag als het verzoek om opheffing kan onder meer worden ingediend door de betrokkene zelf (lees: degene die onder curatele, bewind of mentorschap staat). Ook belanghebbenden kunnen dat doen: met name de echtgenoot, de geregistreerd partner of andere levensgezel en de kinderen of, bij gebreke van dezen, de ouders, broers en zussen van de betrokkene (artikel 798 lid 2 Rv).
Daarnaast kan worden geprocedeerd over bijvoorbeeld het ontslag van een curator,[1] bewindvoerder en/of mentor met benoeming van een ander in die functie. Dit ontslag-/vervangingsverzoek kan de betrokkene zelf doen.
De Hoge Raad heeft onlangs in een prejudiciële procedure de vraag beantwoord of de personen genoemd in artikel 798 lid 2 Rv ook belanghebbende zijn bij dit ontslag-/vervangingsverzoek en de gelegenheid moeten krijgen om te worden gehoord. De juridische vraag is of een dergelijk verzoek valt onder “zaken van curatele onderbewindstelling of mentorschap” ex artikel 798 lid 2 Rv?
In deze zaak ging het om een mevrouw die in 2017 door de rechtbank onder bewind is gesteld. Daarbij is X tot bewindvoerder benoemd. Bovendien wordt Y in 2018 tot mentor benoemd. De betrokkene verzoekt enige tijd later om ontslag van bewindvoerder X met benoeming van een nieuwe bewindvoerder. De rechtbank ontslaat X daarop als bewindvoerder en benoemt Y tot opvolgende bewindvoerder. De bewindvoering en het mentorschap komen daarmee in één hand. Een dochter van de betrokkene is het hier niet mee eens en besluit om tegen deze beslissing hoger beroep in te stellen. In het hoger beroep voert de dochter aan dat zij door de rechtbank ten onrechte niet als belanghebbende is opgeroepen. De dochter verzoekt het gerechtshof om voor haar moeder een nieuwe mentor en een nieuwe bewindvoerder te benoemen.
De centrale vraag voor het gerechtshof is of verzoekster – de dochter – is aan te merken als een belanghebbende zoals bedoeld in artikel 798 lid 2 Rv. Aangezien hierover geen duidelijkheid bestond, heeft het gerechtshof of de volgende prejudiciële vraag gesteld aan de Hoge Raad:
“Is bij het verzoeken tot ontslag van een bewindvoerder of een mentor (en benoeming van een andere) artikel 798 lid 2 Rv van toepassing?”
De Hoge Raad heeft deze vraag bevestigend beantwoord. [2]
Allereerst benadrukt de Hoge Raad dat de wetgever het wenselijk heeft geacht bij de invoering van artikel 798 Rv de kring van belanghebbenden uit te breiden ten opzichte van lid 1 van die wettelijke bepaling die de betrokkene zelf als rechtstreeks belanghebbende aanwijst. [3]
Daarnaast merkt de Hoge Raad op dat de wetgever destijds weliswaar niet met zoveel woorden heeft verduidelijkt wat moet worden verstaan onder ‘zaken van curatele, onderbewindstelling of mentorschap’, maar dat er op grond van de wetsgeschiedenis wel aanwijzingen bestaan dat de wetgever in elk geval zowel de instelling als de opheffing van een beschermingsmaatregel op het oog had.[4]
De Hoge Raad vervolgt dat met de inwerkingtreding van de Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap[5] de wettelijke regeling van deze beschermingsmaatregelen is gelijkgetrokken en aangepast. Daarnaast is de kring van personen die bevoegd is om een verzoek te doen tot instelling van een beschermingsmaatregel uitgebreid en zijn bevoegdheid die aan deze personen toekomen verruimd.[6] Deze verruiming van bevoegdheden houdt onder meer in dat degenen die gerechtigd zijn een beschermingsmaatregel te verzoeken, ook bevoegd zijn het indienen van een ontslagverzoek.
Met dit arrest staat dus vast dat niet alleen de procedure die tot een eerste benoeming leidt, maar ook een latere procedure over ontslag van een curator, bewindvoerder of mentor behoort tot de categorie ‘zaken van curatele, onderbewindstelling of mentorschap’ als bedoeld in artikel 798 lid 2 Rv. Dit brengt met zich mee dat de in voornoemd artikel genoemde familieleden behoren tot de personen die zowel om een beschermingsmaatregel kunnen verzoeken als degenen die een verzoek kunnen indienen tot ontslag of wijziging van een benoemd curator, bewindvoerder en mentor.
Dit artikel is geschreven door Mei Li Ramakers. Heeft u vragen naar aanleiding van dit artikel of wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neemt u dan contact op met één van onze specialisten van het Team Familie en Relatie.
[1] Volledigheidshalve: in dit artikel is de ‘curator’ degene die is ingesteld op grond van de wettelijke bepalingen inzake het personen – en familierecht, niet het faillissementsrecht.
[2] Hoge Raad 18 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:950.
[3] Zie o.a. Hoge Raad 30 maart 2018, ECLI:NL:HR:2018:463, r.o. 3.4.3.
[4] Zie voor e.e.a. Kamerstukken II 1991/92, 22 487, nr. 3, p. 8.
[5] Wet van 16 oktober 2013 tot wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek inzake curatele, onderbewindstelling ter bescherming van meerderjarigen en mentorschap ten behoeve van meerderjarigen en enige andere bepalingen (Wet wijziging curatele, beschermingsbewind en mentorschap), Stb. 2013, 414.
[6] Kamerstukken II 2011/12, 33054, nr. 3, p. 4 en 18.
Nieuws Overzicht