Huidige regels partneralimentatie
Onder de huidige wetgeving is de hoofdregel dat de verplichting tot het betalen van partneralimentatie twaalf jaar duurt. Zijn er geen kinderen uit het huwelijk geboren en heeft het huwelijk niet meer dan vijf jaar geduurd, dan wordt de alimentatieverplichting beperkt tot vijf jaar.
Wet herziening partneralimentatie
Deze wet, aangenomen door de Eerste Kamer op 21 mei 2019, beperkt de duur van de verplichting tot het betalen van partneralimentatie.
De maximale duur diende volgens de initiatiefnemers van het inmiddels aangenomen wetsvoorstel gewijzigd te worden, omdat voor de duur van twaalf jaar geen maatschappelijk draagvlak meer zou bestaan. De nieuwe regeling gaat in per 1 januari 2020. Voor de al op 1 januari 2020 al bestaande alimentatieverplichtingen blijft de huidige alimentatietermijn gehandhaafd.
De duur van de alimentatieverplichting wordt derhalve verkort naar de helft van de duur van het huwelijk met een maximum van vijf jaar. Hierop worden drie wettelijke uitzonderingen gemaakt:
- Indien op het tijdstip van echtscheiding het huwelijk vijftien jaar of langer heeft geduurd en de alimentatiegerechtigde minimaal de leeftijd van 57 heeft bereikt (ten hoogste tien jaar jonger dan de AOW-leeftijd), eindigt de alimentatieverplichting op het tijdstip waarop de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd bereikt. De maximale termijn bedraagt dan tien jaar.
- Alimentatiegerechtigden van 50 jaar en ouder die langer dan vijftien jaar zijn getrouwd, houden recht op tien jaar alimentatie. Deze extra maatregel vervalt na zeven jaren.
- Indien uit het huwelijk kinderen zijn geboren die de leeftijd van twaalf jaar nog niet hebben bereikt, loopt de partneralimentatie door totdat het jongste kind de leeftijd van twaalf jaar heeft bereikt. De maximale alimentatietermijn kan dan dus uitkomen op twaalf jaar.
Mochten op een echtpaar meerdere uitzonderingen van toepassing zijn, dan geldt de langste termijn. De termijn voor het verstrekken van de partneralimentatie vangt aan op de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Ook na de invoering van deze wet zijn alimentatieafspraken bij huwelijkse voorwaarden nietig.
De wet voorziet ten slotte ook in een hardheidsclausule voor zogenaamde schrijnende gevallen en in overgangsrecht.
Voor nadere informatie over een van deze wijzigingen kunt u terecht bij één van onze advocaten familierecht via (031) 43 321 6640.
Nieuws Overzicht