Op 10 februari 2022 kopte het FD “Ondernemingskamer beveelt onderzoek naar Funda wegens aandeelhoudersrel”. De Ondernemingskamer is een bijzondere kamer van het gerechtshof te Amsterdam en behandelt uitsluitend ondernemingsrechtelijke zaken, bijvoorbeeld wanneer de aandeelhouders en het bestuur het niet met elkaar eens worden over de te voeren strategie binnen het bedrijf, zoals dat nu bij Funda het geval is. NVM Holding c.s. menen dat Funda zich bij het bepalen van haar strategie dient te richten naar de belangen van NVM en haar leden. Funda vindt dat zij om succesvol te blijven autonoom haar strategie moet kunnen bepalen. StAK Funda en FundaBelang c.s. zijn het daar mee eens en willen met het aantrekken van een strategisch investeerder de kans krijgen hun certificaten tegen een reële waarde te verkopen. In deze bijdrage wordt de uitspraak van de Ondernemingskamer van 10 februari 2022 (ECLI:NL:GHAMS:2022:302) besproken.
Wie zijn de partijen?
NVM Holding c.s. zijn de Nederlandse Coöperatieve vereniging van makelaars en taxateurs in onroerende goederen NVM U.A. (hierna: “NVM”) en haar dochtermaatschappij NVM Holding BV. NVM Holding BV houdt een meerderheidsbelang in de vennootschap Funda BV, het bedrijf dat de gelijknamige internetsite exploiteert. NVM is een vereniging voor makelaars, die aan specifieke kwaliteitseisen moeten voldoen om lid te worden.
StAK Funda is medeaandeelhouder van Funda BV. StAK Funda houdt de aandelen namens de certificaathouders, zijnde (deels voormalige) leden van NVM. Voor het verkrijgen van de certificaten hebben de NVM-leden in 2000 een bijdrage gestort en daarmee feitelijk het werkkapitaal van Funda geleverd. De certificaathouders mogen hun certificaten enkel binnen een interne markt van NVM verkopen aan andere NVM-leden. Verkopen aan externe partijen is vooralsnog niet mogelijk.
FundaBelang c.s. zijn de vereniging FundaBelang en een vijftal certificaathouders. FundaBelang vertegenwoordigt 89 houders van certificaten van aandelen in Funda. De vijf verzoekers zijn certificaathouders en bestuurders van FundaBelang. Een van die vijf verzoekers, thans voorzitter van het bestuur van FundaBelang, was ten tijde van de oprichting van Funda bestuursvoorzitter van NVM.
De posities van de partijen
FundaBelang c.s. hebben de Ondernemingskamer verzocht om een onderzoek te bevelen naar het beleid en de gang van zaken binnen Funda en om het treffen van onmiddellijke voorzieningen voor de duur van de procedure, namelijk het wijzigen van de statuten van de StAK Funda en de door NVM Holding in Funda gehouden aandelen ten titel van beheer over te dragen aan de Ondernemingskamer. NVM Holding c.s., StAK Funda en Funda BV zelf hebben hier verweer tegen gevoerd.
De posities van partijen komen neer op het volgende:
- NVM Holding meent dat Funda BV zich bij het bepalen van haar strategie moet laten leiden door het belang van de NVM-leden en niet met NVM-leden mag concurreren;
- StAK Funda en FundaBelang c.s. zijn het hier niet mee eens en vinden dat Funda BV los van NVM Holding c.s. haar eigen strategie moet kunnen bepalen. Funda BV zou alternatieve (en mogelijk met door NVM-leden aangeboden concurrerende) diensten op het gebied van hypotheken, verzekeringen en energielevering moeten kunnen aanbieden. Daarnaast zet FundaBelang c.s. zich in voor de mogelijkheid om de certificaten vrij te mogen verhandelen. Doordat NVM Holding c.s. meerderheidsaandeelhouder is en grote mate van zeggenschap heeft binnen (de organisatie rondom) Funda BV, leggen zij te weinig gewicht in de schaal om tegen NVM Holding c.s. op te komen;
- Het bestuur en de raad van commissarissen van Funda BV vinden dat zij om succesvol te blijven de strategie zelfstandig moet kunnen bepalen.
Het oordeel van de Ondernemingskamer
Bij de oprichting van Funda op initiatief van NVM is beoogd om een platform rond het thema wonen uit te bouwen, te onderhouden en te exploiteren dat voor alle betrokkenen, dus NVM-leden, consumenten en commerciële partijen aantrekkelijk zou zijn. NVM Holding c.s., StAK Funda, Funda BV en de certificaathouders zijn al jaren (sinds de eerste Nota Toekomstvisie van NVM) in gesprek met elkaar om deze deels tegenstrijdige belangen met elkaar te verenigen en een duidelijke strategie voor Funda te bepalen, maar zijn daar tot op heden niet in geslaagd.
Funda kan niet bestaan zonder de data die door NVM-leden wordt aangeleverd, maar de onderneming van Funda heeft een ander karakter dan de organisatie van NVM. Funda en NVM Holding c.s. zijn dan ook van elkaar te onderscheiden ondernemingen, die ieder hun eigen doel moeten kunnen nastreven. Terwijl het succes van Funda mede te danken is aan de financiering door de certificaathouders, hebben zij op dit moment geen reële exit-mogelijkheid, omdat zij hun certificaten niet aan externe partijen mogen verkopen. Dit drukt de waarde van de certificaten, waardoor de certificaathouders niet kunnen meeprofiteren van het succes van Funda. Dit terwijl externe partijen serieuze interesse hebben getoond in de overname van de certificaten tegen een hoge prijs. In 2018 is door de (mede door NVM benoemde) bestuurder van Funda BV een strategie ontwikkeld, die mede wordt gedragen door de (ook mede door NVM benoemde) raad van commissarissen en StAK Funda (waarvan het bestuur wederom door NVM is benoemd). Dit alles leidt volgens de Ondernemingskamer tot twee mogelijke opties voor NVM:
- NVM Holding c.s. laat het bestuur van Funda BV de vrijheid om haar eigen strategie te bepalen, ook als dit mogelijk in strijd is met de belangen van de NVM-leden; of
- NVM-Holding c.s. biedt de certificaathouders een exit-mogelijkheid die recht doet aan de door geïnteresseerde investeerders ingeschatte waarde van Funda (bijvoorbeeld door zelf de certificaten over te nemen tegen betaling van een soortgelijk bedrag als dat externe partijen bereid zijn om te betalen).
In 2021 waren de partijen het bijna met elkaar eens, waarbij NVM zich ook had uitgesproken voor een voorlopige voorkeursrichting, maar in september 2021 is NVM daar weer van terug gekomen. Terwijl door Funda BV een heldere strategie is bepaald, die door NVM steeds wordt afgewezen, is NVM er niet in geslaagd hier een heldere toekomstvisie tegenover te zetten.
De Ondernemingskamer is hierdoor van oordeel dat het onvermogen van NVM Holding c.s. om in de gegeven omstandigheden een helder besluit te nemen over de toekomst van de aandeelhoudersstructuur, de positie van Funda en een mogelijke exit voor de certificaathouders, in samenhang bezien met de invloed die dat heeft gehad en heeft op de ontwikkeling en de uitvoering van de strategie van Funda en de door haar gedreven onderneming, een gegronde reden oplevert om te twijfelen aan een juist beleid en een juiste gang van zaken van Funda. De Ondernemingskamer beveelt om die reden een onderzoek naar het beleid van Funda BV vanaf 22 september 2016 (datum van de Nota Toekomstvisie van NVM). De Ondernemingskamer acht onmiddellijke voorzieningen niet nodig. Daarnaast is de Ondernemingskamer van oordeel dat het verzoek tot het overdragen van aandelen door NVM Holding aan de Ondernemingskamer niet bijdraagt aan een constructieve oplossing, maar de verhoudingen slechts nog meer op scherp zet. De verzoeken voor een onmiddellijke voorziening worden dan ook afgewezen.
Conclusie
Het feit dat NVM Holding c.s. geen beslissing heeft kunnen nemen over de toekomst van Funda BV, maar als meerderheidsaandeelhouder wel steeds alle andere toekomstvisies en strategieën van Funda BV en andere gelieerde partijen kon blokkeren, heeft ertoe geleid dat de Ondernemingskamer heeft moeten ingrijpen. Op grond van artikel 2:8 BW dienen een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij haar organisatie zijn betrokken, zich conform de eisen van redelijkheid en billijkheid jegens elkaar te gedragen. De Ondernemingskamer is van oordeel dat NVM Holding c.s. dit in de gegeven omstandigheden hebben nagelaten. Door het onderzoek wordt nu mede gekeken of er een voor alle partijen aanvaardbare oplossing kan worden gevonden, die het bestaan van Funda BV ook in de toekomst waarborgt.
Dit artikel is geschreven door Maike Schütz. Voor meer informatie met betrekking tot geschillen bij de Ondernemingskamer of over andere ondernemingsrechtelijke kwesties kunt u contact met haar opnemen via het mailadres: m.schuetz@paulussen.nl of telefonisch via: 043-321 66 40.
Nieuws Overzicht