Pensioenschulden niet mee in WHOA?

14.12.2021

Op 1 januari 2021 is de Wet Homologatie Onderhands Akkoord (WHOA) ingevoerd. Daarmee kunnen ondernemingen hun schulden saneren – ook tegen de wil van schuldeisers. Maar let op: de bedrijfstakpensioenfondsen zijn van mening dat die wet niet voor hen geldt. Deze kwestie ligt thans bij de Hoge Raad. De A-G heeft geadviseerd de visie van de bedrijfstakpensioenfondsen over te nemen. De Hoge Raad moet nu beslissen.

Als de Hoge Raad de conclusie van de A-G overneemt bestaat het risico dat een sanering via de WHOA mislukt. Schulden aan bedrijfstakpensioenfondsen vallen dan namelijk niet onder de werking van de WHOA.

Dit was de eerste WHOA-zaak die aan de Hoge Raad is voorgelegd. De aanleiding was het volgende. Een hotelonderneming had haar schuldeisers een crediteurenakkoord aangeboden via de WHOA. Stichting Pensioenfonds Horeca & Catering was een van de schuldeisers en verweerde zich tegen de homologatie van het akkoord. De Rechtbank Amsterdam heeft vervolgens een prejudiciële vraag gesteld aan de Hoge Raad. 

Prejudiciële vraag

De Rechtbank Amsterdam heeft bij vonnis van 23 augustus 2021 de volgende prejudiciële vraag voorgelegd aan de Hoge Raad: is de WHOA van toepassing op vorderingen van de bedrijfstakpensioenfondsen ter zake achterstallige pensioenpremies?

Antwoord van de A-G

Het antwoord op de prejudiciële vraag luidt volgens de A-G ontkennend: de WHOA strekt zich niet uit tot achterstallige pensioenpremies. De A-G geeft in zijn conclusie een uitvoerige analyse van de parlementaire geschiedenis en de literatuur.

Toelichting

Bij dreigende insolventie kan een onderneming via een WHOA-traject een akkoord aanbieden aan haar schuldeisers. Bij een dergelijke sanering moeten de rechten van werknemers die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst wel worden gerespecteerd. Dergelijke rechten vallen namelijk niet onder de werking van de WHOA. Dit is uitdrukkelijk bepaald in de Faillissementswet (artikel 369 lid 4 Fw).

De afdracht van pensioenpremies aan het bedrijfstakpensioenfonds is een dergelijk recht, aldus de A-G. Hij baseert zich hierbij op de parlementaire geschiedenis, op het GOM-arrest, op de ratio van artikel 369 lid 4 Fw, alsmede op de algemene en ongeclausuleerde formulering van het wetsartikel. Hieruit volgt dat de WHOA niet van invloed mag zijn op de rechtspositie van werknemers. De consequentie daarvan is dat achterstallige bedrijfstakpensioenpremies buiten de regeling van de WHOA moeten worden gehouden. Een andere opvatting kan de rechtspositie van werknemers (indirect) schaden en dat zou strijdig zijn met artikel 369 lid 4 Fw.

De A-G signaleert ten slotte dat de uitzondering die voor werknemers wordt gemaakt, mogelijk contraproductief kan uitwerken. Het is echter aan de politiek om hiervoor oplossingen te zoeken, aldus de A-G.

Dit artikel werd geschreven door John Huppertz. Hebt u vragen over de WHOA neemt u dan contact op met hem via j.huppertz@paulussen.nl of met een van onze andere specialisten op het gebied van insolventierecht.

Nieuws Overzicht