Op 6 maart 2024 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”) wederom uitspraak (ECLI:NL:RVS:2024:951) gedaan over het tracébesluit “A12/A15 Ressen-Oudbroeken (2021)” (hierna: “het tracébesluit”). Het tracébesluit heeft betrekking op het doortrekken en aansluiten van de A15 op de A12.
De zaak over het tracébesluit kent een lange voorgeschiedenis. Tegen het besluit dienden in 2017 diverse particulieren, bedrijven en (belangen)organisaties een beroep in bij de Afdeling. Er zijn inmiddels diverse tussenuitspraken door de Afdeling gedaan over het tracébesluit. In een bericht van 7 april 2023 schreven wij over de tweede tussenuitspraak van 5 april 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1299) waarin de Afdeling een (positief) oordeel heeft gegeven over de toepassing van de rekenmodellen, de rekenafstand en de invoergegevens voor de stikstofdepositieberekeningen die ten grondslag zijn gelegd aan het tracébesluit.
Omdat er na de uitspraak van 5 april 2023 nog enkele beroepsgronden overbleven, over het stikstofonderzoek en met name over extern salderen, heeft de Afdeling recent opnieuw geoordeeld over het tracébesluit. De Afdeling stelt dat het tracébesluit leidt tot een toename van de stikstofneerslag op diverse Natura 2000-gebieden. De passende beoordeling heeft de gevolgen van deze toename inzichtelijk gemaakt. Volgens de Afdeling zijn deze gevolgen door de minister van Infrastructuur en Milieu (nu: de minister van Infrastructuur en Waterstaat) toereikend in kaart gebracht en mocht deze zich baseren op de in de passende beoordeling opgenomen conclusie dat het project niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van een aantal van de betrokken Natura 2000-gebieden. Voor diverse andere betrokken Natura 2000-gebieden is echter onzeker dat het project niet leidt tot aantasting van de natuurlijke kenmerken van die gebieden zonder dat er mitigerende en compenserende maatregelen worden getroffen. Die maatregelen houden in dat zes agrarische bedrijven hun bedrijfsvoering (gedeeltelijk) zullen beëindigen en de natuurvergunningen van deze bedrijven (gedeeltelijk) worden ingetrokken. De verwachte positieve effecten van deze maatregelen zijn, als externe saldering, meegenomen in de passende beoordeling.
De Afdeling meent echter dat niet aan alle voorwaarden voor extern salderen in de passende beoordeling is voldaan. Voor de Natura 2000-gebieden waar de externe saldering betrekking op heeft moet namelijk in kaart worden gebracht wat de staat van instandhouding en de instandhoudingsdoelstellingen zijn. Indien voor het halen van de instandhoudingsdoelstellingen een (blijvende) daling van de stikstofdepositie nodig is, dient bovendien door de minister aannemelijk te worden gemaakt dat de beëindiging van de agrarische bedrijven niet noodzakelijk is om de (blijvende) daling van stikstofdepositie in de betrokken Natura 2000-gebieden te realiseren en dient daarnaast inzichtelijk te worden gemaakt met welke andere maatregelen een daling van de stikstofdepositie voor de betrokken Natura 2000-gebieden kan worden gerealiseerd. Hoewel door de minister wordt verwezen naar algemene maatregelen zoals het Programma stikstofreductie en natuurverbetering en op provinciaal niveau naar de Uitvoeringsagenda Gelderse Maatregelen Stikstof 2021-2025, is nog niet voor ieder van de relevante beschermde natuurgebieden afzonderlijk aangegeven en onderbouwd of (en welke) andere maatregelen nodig zijn om de (blijvende) daling van de stikstofdepositie te waarborgen.
Nu deze informatie ontbreekt, is de Afdeling momenteel niet in staat om te beoordelen of de ‘stikstofwinst’ die wordt behaald middels extern salderen (middels de hiervoor genoemde bedrijfsbeëindigingen), mag worden ingezet voor het tracébesluit en of het project ViA15 doorgang kan vinden. De minister krijgt 26 weken de tijd om nadere gegevens aan te leveren. Dit betekent dat er sprake is van een tussenuitspraak, namelijk voor wat betreft de beroepsgrond met betrekking tot extern salderen welke is aangevoerd door de Verenging Natuur en Milieufederatie Gelderland. Dit betekent dat op dit moment nog geen definitief uitsluitsel kan worden gegeven of het project ViA15 kan doorgaan.
Dit artikel is geschreven door Lisa Jung, werkzaam als advocaat in onze vestigingen te Heerlen en Maastricht. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u met haar contact opnemen of met een van de andere specialisten van het team Overheid en Non-Profit via: 043-321 66 40.
Nieuws Overzicht