Rekenmodellen stikstof inclusief gehanteerde rekenafstand hoeven niet op de schop

07.04.2023

Op woensdag 5 april heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: “de Afdeling”) uitspraak gedaan in de zaak betreffende de uitbreiding van de snelweg A15 bij Nijmegen (ECLI:NL:RVS:2023:1299). Centraal stond de vraag of bij het beoordelen van een (bouw)project óók moet worden gekeken naar de stikstof die buiten de 25 kilometer grens neerslaat. De Afdeling oordeelt dat dit niet nodig is en dat de rekenafstand van 25 kilometer bij individuele projecten aanvaardbaar is. Een nieuwe klap blijft de bouw daarmee bespaard.

De mogelijke verlenging van de A15 bij Nijmegen kent inmiddels een rijke geschiedenis aan jurisprudentie. De zaak sleept namelijk al jaren voort, gelet op het feit dat de aanleg en het gebruik van het nieuwe stuk snelweg stikstofdepositie veroorzaakt in natuur die toch al overbelast is.

De Afdelingsuitspraak betreft het tracébesluit ViA15 bij knooppunt Ressen, hetgeen betrekking heeft op het doortrekken en aansluiten van de A15 op de A12. Het betreft een tussenuitspraak waarin een oordeel wordt geveld over de rekenafstand van 25 kilometer en het rekenmodel SRM2+ voor wegverkeer. Daarmee is dus nog niet uitgemaakt of de A15 bij knooppunt Ressen kan worden doorgetrokken en aangesloten op de A12. In de einduitspraak zal de Afdeling op alle bezwaren tegen het tracébesluit beslissen. Gelet op het grote maatschappelijke belang heeft de Afdeling er echter voor gekozen om vooruitlopend op de einduitspraak alvast duidelijkheid te verschaffen omtrent de stikstofaspecten.

Hoe moet de stikstofdepositie berekend worden?

Ter berekening van de stikstofdepositie in Natura 2000-gebieden als gevolg van een individueel project wordt gebruik gemaakt van de AERIUS Calculator. Binnen deze calculator wordt gebruik gemaakt van twee rekenmodellen voor wegverkeer. Het betreft SRM2+ en OPS. Het eerstgenoemde model berekent slechts de stikstofdepositie binnen 5 kilometer van de desbetreffende weg en het tweede model voor de afstand tussen 5 en 25 kilometer. Overigens betrof deze ‘afkapgrens’ eerder in totaliteit slechts 5 kilometer. In 2021 oordeelde de Afdeling echter al dat deze grens door het kabinet moest worden aangepast (ECLI:NL:RVS:2021:105). Deze is inmiddels verlengd tot 25 kilometer en werd in het hiergenoemde tracébesluit voor het eerst gebruikt.

Allereerst betoogden appellanten dat slechts het OPS-model zou moeten worden gebruikt, aangezien het SRM2+-model de stikstofdepositie die op een natuurgebied terechtkomt, zou onderschatten. De Afdeling oordeelde echter dat de door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aangevoerde rapporten van het RIVM en TNO overtuigend bewezen dat dit model is gebaseerd op de ‘beste wetenschappelijke kennis’.

Daarnaast speelde in deze zaak de vraag of voor het berekenen van de stikstofgevolgen van een individueel project een rekenafstand tot 25 kilometer aanvaardbaar is. Volgens de Afdeling heeft de minister, met behulp van onderzoeken van onder meer het RIVM en TNO, overtuigend gemotiveerd dat slechts binnen een afstand van 25 kilometer wetenschappelijke betrouwbare stikstofberekeningen kunnen worden gedaan. Daarbuiten is het te onzeker of de berekening overeenkomt met de werkelijkheid. Het Europese natuurbeschermingsrecht stelt eveneens dat de negatieve gevolgen voor de beschermde natuur ten gevolge van een project in kaart moeten worden gebracht op basis van de beste wetenschappelijke kennis. Die kennis wordt gevormd door het model met een rekengrens van 25 kilometer.

Het bovenstaande betekent niet dat de stikstofdepositie buiten de grens van 25 kilometer irrelevant is. Het is echter onmogelijk te herleiden aan welk project de stikstofdepositie buiten die grens is toe te rekenen. Om die reden is het de verantwoordelijkheid van de overheid om maatregelen te treffen die verslechtering van beschermde natuur tegengaan als gevolg van algemene nationale stikstofdepositie. Of die maatregelen als zodanig de juridische toets kunnen doorstaan kan echter niet worden beoordeeld in het kader van een individueel project, aldus de Afdeling.

Hoe nu verder?

Met de tussenuitspraak wordt duidelijk dat de passende beoordeling voor het tracébesluit ViA15 aan de hand van de AERIUS Calculator met een begrenzing van 25 kilometer mag worden berekend. De Afdeling oordeelt later over de overgebleven bezwaren tegen de passende beoordeling en de externe saldering, waarin de beroepsgronden met betrekking tot de beoordeling van de stikstofdepositie aan bod komen. Wordt dus vervolgd …

Dit artikel is geschreven door Lisa Jung, werkzaam als advocaat in onze vestigingen te Heerlen en Maastricht. Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u met haar contact opnemen of met een van de andere specialisten van het team Overheid en Non-Profit via: 043-321 66 40.

Nieuws Overzicht